AKERIET PORFIER

Afmetingen:
10,5 x 9,5 x 7 cm (met gepolijst vlak), links op de foto.
Textuur:
Lichtbruin-grijs. Fijnkorrelig.
Beschrijving:
In een min of meer doorzichtige, felsietachtige, lichtbruine grondmassa met
veel stippen van donkere mineralen liggen een groot aantal eerstelingen van
veldspaat tot 3 mm met een randzone van kwarts. De meeste zijn rechthoekig,
smal en perthitisch, waarbij de plagioklaas domineert. Een aantal zijn
gestapeld, gescheiden van elkaar door een kwartsrand. Een aantal zijn niet
meer dan lijstvormig (2,5 x 1mm) en een paar zijn onregelmatig hoekig.
Er komen veel vlekjes voor van donkere mineralen tot max. 3 mm, bestaande
uit augiet en biotiet.
Accessorische mineralen zijn erts, hoornblende, kwarts in kleine korrels, titaniet.
Een macro onder de overzichtsfoto verduidelijkt het beeld.
Bijzonderheden:
Kwarts is lichtgrijs (waterhelder)
NB De wat verweerde buitenkant, niet zichtbaar op de foto, heeft een lichtgele kleur.
Vindplaaats:
Werpeloh (Dld)

PORFIERISCHE KWARTSSYENIET VAN HET OSLO-GEBIED

Afmetingen:
16,5 x 8 x 13 cm (met gepolijst vlak), rechts op de foto
Textuur:
Geelgrijs. Op het verweringsvlak lichtgeel. Fijn tot middelkorrelig.
Beschrijving:
De gelijkkorrelige en fijnkorrelige grondmassa bestaat uit:
lichtgele perthitische kaliveldspaat;
  • witte tot crèmekleurige plagioklaas;
  • hoekige tot haakvormige kwarts;
  • ontelbare stipjes van zwarte mineralen.
Hierin liggen de volgende eerstelingen:
  • Rechthoekige en vrijwel vierkante of hoekige perthitische veldspaten tot max. 1 x 0,5 cm,
    met een randzone van opnieuw perthitische veldspaat.
    Aan het begin van de randzone ligt in het kristal een fijn korrelig stippellijntje bestaande
    uit zwarte mineralen. De veldspaateerstelingen kunnen tegen elkaar of in elkaars
    verlengde of in groepjes in het gesteente liggen of als enkeling optreden.
    Tweelingen zijn gewoon.
  • Hoornblende in de variëteit arfvedsoniet enkel of als losse groepjes. Meestal in
    haakvorm. Dit verleent het gesteente een gestippeld uiterlijk.
  • Kwarts, meestal hoekig of ook wel enigszins in een haakvorm, waarbij de lange zijde
    nu en dan tegen de lange zijde van de veldspaat ligt.
Een macro onderaan de bladzijde verduidelijkt de structuur.
Bijzonderheden:
De kwarts is lichtbruin en herbergt hier en daar witte naalden van een niet
determineerbaar mineraal.
Vindplaats:
Werpeloh (Dld)

Een vergroting laat de structuur van de Akerietporfier, links op de foto, beter zien:


 Hetzelfde geldt voor de Porfierische  Kwartssyeniet rechts op de foto:


Met enige moeite zijn de stippellijnen van de donkere mineralen in de randen van de veldspaten
te zien. Met name in de onderkant van de grote veldspaat onder het midden van de macro.

PORFIERISCHE KWARTSSYENIET VAN HET OSLOGEBIED (2e exemplaar)

Afmetingen:
20 x 7 x 14 cm op het gepolijste vlak.
Textuur:
Bruinig. Fijn tot middelkorrelig.
Beschrijving:
De grondmassa is fijnkorrelig en bestaat uit veldspaat, kwarts en hoornblende.
Hierin liggen een groot aantal vierkante en langwerpige eerstelingen van veldspaat,
waarbij niet duidelijk is of het gaat om plagioklaas of om kaliveldspaat.
Vaak liggen de eerstelingen bijna tegen elkaar. Kwarts is rond, onopvallend
en idiomorf tot 2 mm en is hier en daar voorzien van rutielnaalden.
Een vergroting van 40 maal is noodzakelijk om ze te kunnen waarnemen.
De eerstelingen van veldspaat met de grootste omvang zijn meestal vierkant tot
5 mm en langwerpig tot 10 x 4 mm. Een paar hebben een zone in het kristal langs de
rand van stippen van hoornblende. Een aantal vormen Karlsbader Tweelingen.
Plagioklaas is herkenbaar door zijn groenige kleur in de omgeving van concentraties
van hoornblende. De rest van de eerstelingen heeft meestal een roodzweem.
Het probleem blijft echter onopgelost. Gaat het om kaliveldspaten of plagioklazen.
Het is zeer wel mogelijk dat infiltratie van hematiet vanuit de rode keileem
van de Hondsrug heeft bijgedragen aan de onherkenbaarheid van het type veldspaat.
Ik ben er wel vrij zeker van dat het hier gaat om een wat verweerd exemplaar van
een kwartssyeniet uit het Oslogebied. Ook al door de haakvormige ligging van
sommige hoornblendekristallen tussen de veldspaten.
Accessorische mineralen zijn titaniet (in de kern van hoornblende en biotietkristallen).
Bijzonderheden:
Kwarts is licht grijs (waterhelder). Ca. 45% van de veldspaten is perthitisch.
Vindplaats:
Koning Willem Alexanderkanaal bij Oranjedorp

Onderstaande macro verduidelijkt de structuur. Klik hier. U zult dan merken dat er in de rand van de veldspaat, rechts
van het centrum, een stippellijn is te zien. Dit is een typisch kenmerk van een gesteente uit het Oslogebied.
Met hier en daar een hoekige lichtgrijs gekleurde kwarts, die met de lange zijde tegen een biotiet aan ligt, rolt de
naam Porfierische Kwartssyeniet uit het Oslogebied eruit.

Terug naar Hoofdstuk 5
Terug naar boven