OOSTBALTISCHE RAPAKIVI

Van dit gesteente is de vaste rots niet bekend. Daarom is de naamgeving algemeen gesteld.
Duidelijk is wel dat hij uit het Oostbalticum afkomstig moet zijn. Het gesteente is vrij
uniform van karakter, terwijl het beslist een eigen signatuur heeft. Uit de beschrijvingen
per steen komen een aantal gemeenschappelijke kenmerken naar voren. Onderaan de bladzijde
worden die opgesomd. Tevens wordt aangegeven van welk gebied het gesteente mogelijk
afkomstig kan zijn. Het gesteente behoort beslist bij de rapakivi-gesteenten.

EERSTE EXEMPLAAR

Afmetingen:
19 x 8 x 16cm op het gepolijste vlak.
Textuur:
Rood. Middelkorrelig.
Beschrijving:
De pyterlietachtige matrix bestaat uit rode, in aanleg rechthoekige kaliveld-spaten.
Een aantal is min of meer afgerond tot ovaal. De kern van de kaliveldspaat is wat donkerder
bruinrood, doordat hij doorzichtig is. Dit lijkt plagioklaas te zijn. Een smalle rand zone van de
is rood. Zo ontstaat de indruk van een mantel. De doorsnee bedraagt max. 15 mm.
Plagioklaas komt verder spaarzaam voor als gele, soms groenige, vierkante en rechthoekige
kristallen tot max. 5 x 2 mm. De kwartsen zijn onregelmatig hoekig, soms ovaal, soms keurig
zeshoekig. Ze zijn max. 5 mm groot. De onderlinge verschillen in grootte zijn gering.
De kwartsen vormen min of meer kransen om de kaliveldspaten. Een groot aantal kwartsen heeft
instulpingen en/of insluitsels van kaliveldspaat.
Een tweede generatie nietige kwartsjes (<1mm) vormen in de rand zone van de kaliveldspaten,
gedeeltelijke of hele kransen. Hier is sprake van een grove grafische vergroeiing.
Accessorische mineralen zijn chloriet, hoornblende, grijze erts en fluoriet.
Bijzonderheden:
Kwarts is lichtgrijs tot grijs. Miarolitische holten zijn gewoon.
Dit lijkt meer een corrosieverschijnsel. Uitgegroeide vrije kristallen komen vrijwel niet voor.
Vindplaats:
Prinses Margrietkanaal bij Spannenburg

TWEEDE EXEMPLAAR, links op de foto.

Afmetingen:
10,5 x 16 x 16,5 cm op het gepolijste vlak.
Textuur:
Rood. Middelkorrelig.
Beschrijving:
De kaliveldspaten zijn rechthoekig en liggen wat verder uitelkaar in vergelijking met het bovenste
exemplaar. De afmetingen van de kaliveldspaten zijn 15 x 10 mm.
De kern is, gelijk aan het eerste exemplaar enigszins doorzichtig, hetgeen een iets donkerder uiterlijk
oplevert. Van een rode rand zone is hier overigens geen sprake. Enkele groene plagioklazen vallen op.
De afmetingen zijn 5 x 2 mm. De ruimte tussen de kaliveldspaten is vrijwel volledig opgevuld door kwarts.
De vorm is meestal rond of ovaal en zwaar gecorrodeerd door instulpingen en insluitsels van kaliveldspaat.
Sommige kwartsen hebben geen insluitsels en vertonen geen instulpingen van kaliveldspaat.
De kleur is dan lichtgrijs. Langs de randen van de kaliveldspaten komen nietige kwartjes voor die krans-
vormig gerangschikt zijn, maar geen volledige mantel vormen.
Accessorische mineralen zijn hoornblende en fluoriet.
Bijzonderheden:
Kwarts is grijs.
Vindplaats:
Prinses Margrietkanaal bij Spannenburg

DERDE EXEMPLAAR, rechts op de foto.

Afmetingen:
6 x 6 x 16 cm op het gepolijste vlak
Textuur:
Rood. Middelkorrelig.
Beschrijving:
Opnieuw liggen de rode kaliveldspaten gelijk aan exemplaar twee uitelkaar. De veldspaten zijn
echter meer afgerond hoekig. De doorsnee bedraagt 10 mm. De kern bestaat uit een mix van kaliveldspaat,
witte plagioklaas en kwarts. Enkele rode kaliveldspaten hebben ook hier een iets donkere kern door
vermoedelijk doorzichtige plagioklaas. Zelfstandige groenige plagioklaas komt spaarzaam voor.
De tussenmassa bestaat uit nietige kwartjes, die grafisch vergroeid zijn met veldspaatjes.
De grotere kwartsen zijn ovaal en gecorrodeerd door insluitsels en instulpingen van kaliveldspaat.
Kleinere kwartsen vormen volledige kransen om de grote kaliveldspaten.
Accessorische mineralen zijn hoornblende, grijze erts en fluoriet.
Bijzonderheden:
Kwarts is grijs. Er zijn veel meer grafische vergroeiingen in vergelijking met eerste en tweede exemplaar.
Vindplaats:
Prinses Margrietkanaal bij Spannenburg


De gemeenschappelijke kenmerken zijn.
De meningen van de experts lopen uiteen aangaande het gebied van herkomst.
De opbouw van het gesteente doet denken aan Ragunda. Of er fluoriet in gesteenten van Ragunda
voorkomt is onbekend.
De min of meer rode rand zones met hier en daar grafische vergroeiingen in de vorm van
spijkerschriftachtige lijnen is een Rödökenmerk. Fluoriet schijnt in gesteenten van Rödö voor te
komen. Uiteindelijk komt het eiland Kökar ten zuiden van de eilandenarchipel van Åland ten zuidwesten van
Finland ook nog in beeld.
Fluoriet is namelijk een veel voorkomend mineraal in Finse gesteenten. Een tegenargument is dat in de
kwartsen geen blauwe schemering van rutielnaalden voorkomt, hetgeen een kenmerk is van de
gesteenten van Kökar. Overigens komt dit verschijnsel niet in alle Zuidwest Finse gesteenten voor.
Kortom, zolang de vaste rots niet is gevonden, blijft het gissen naar de plaats van herkomst.

Terug naar Hoofdstuk 1
Terug naar boven