Aan de westkust van Zweden tot over de grens met Noorwegen ligt een strook van 200 km lang en 20 km
breed, die bestaat uit Bohuslän Granieten. De variatie binnen de groep is vrij groot. Kleur zegt niets.
Er komen grijze tot rode typen voor. Vorm van de mineralen zegt eveneens niets.
Er komen vrij gelijkkorrelige typen voor, gneisachtige en ook porfierische.
Bovendien is het onderscheid met andere typen uit andere delen van Scandinavië soms moeilijk te bepalen.
Met name typen granieten uit Blekinge, witte Finse granieten en Stockholmgranieten lijken veel op Bohuslän
Granieten.
Daarom een opsomming van een aantal unieke kenmerken en een opsomming van verschillen ten opzichte van
andere gesteenten.
- De Bohuslängranieten zijn vol kristallijn en schitteren op frisse breukvlakken.
- De kristallen zijn vertand, met andere woorden, grijpen inelkaar. Hierdoor zijn mooi gevormde mineralen
vrijwel uitgesloten.
- De kwartsen zijn lichtgrijs (waterhelder) en lichtbruin. Dit laatste kenmerk is heel belangrijk. Hiermee
onderscheidt dit gesteente zich van Stockholmgraniet en van witte Finse Granieten.
Stockholmgraniet heeft alleen grijze kwartsen, witte Finse Granieten alleen lichtbruine.
- Op een breukvlak gaat de barst om het kwartsmineraal heen. Deze steekt hierdoor met de top boven
het oppervlak uit. Hierdoor voelt het gesteente ruw aan op een breukvlak.
- De veldspaten vertonen een soort trap op een breukvlak.
- De kwartsen herbergen rutielnaalden. Dit onderscheidt het gesteente niet van Blekingegranieten en ook
niet van de witte Finse, maar wel van de Stockholmgranieten.
- Plagioklaas is meestal in de minderheid en onopvallend, tenzij dit mineraal een grijsgroene kleur aanneemt.
- Vaak vormen de veldspaten Karlsbader Tweelingen. Dit is goed te zien op een breukvlak. Even spiegelen
in het licht.
- Vaak bevat het gesteente titaniet en soms een granaat. Apatiet komt ook voor als accessorisch mineraal.
- Soms vormt zich een plagioklaasmanteltje om een kaliveldspaat.
- Het verschil met een Blekingegraniet is dat Blekingegranieten, naast de donkere mineralen van normale
afmetingen, verspreidt over het gesteente, nog kleine tot zeer kleine stoffijne fragmenten van donker
mineraal bevatten.
Dit bevindt zich in en tussen de veldspaten en soms in de kwarts. Bovendien hebben Blekingegranieten
vaak ingeregelde kaliveldspaten. Mooie voorbeelden hiervan zijn Halen-, Spinkamäla- en Karlshamngraniet.
Vergelijk deze varianten met de tekst boven in de pagina. Voor een beter overzicht is een
vergroting beschikbaar.
Hieronder vindt u een serie macro's, die de stenen van links naar rechts in detail laten zien.
Klik op de foto's voor een verdere vergroting.
Terug naar hoofdstuk 4
Terug naar boven