Klik hieronder op de regio, die u wilt bezoeken. Botnische Golf Rödö Ångermanland Ragunda Sorsele (LB) Overige gesteenten van Noord Zweden Oostzeegebied zuiden van Åland Hieronder treft u een kleine foto aan met een summiere beschrijving van de stenen. Voor meer informatie over de stenen en voor een grotere afbeelding, klikt u op de naam van de betreffende steen. |
|
Botnische Golf
Dit is een bijzonder gebied, dat vooral bekend staat om zijn porfieren. Gneisen en agglomeraatlava's komen tevens voor, maar zijn niet altijd te determineren. Botnische
Gneisgraniet
Kenmerkend zijn de volrode kaliveldspaten in combinatie met suikerkorrelig vergruisde kwarts. De kwarts ligt als een netwerk om de veldspaten. Het exemplaar, links op de foto, heeft chlorietvlekken. Albietfelsietporfier
van de Botnische Golf
Kenmerkend voor de steen, links op de foto, is het donkere uiterlijk in combinatie met kleine, splinterige en hoekige witte albiet. Ekenäs Kwartsporfier De bruine ondergrond, de aangevreten kwartsen en de oranjekleurige samengestelde veldspaten, opgebouwd uit lapjes plagioklaas en kaliveldspaten zijn kenmerkend voor de steen, rechts op de foto. Åva
Kwartsporfier
Dit gesteente heeft veel weg van de bekende Bruine Oostzee Kwartsporfier. Toch zijn er een paar kenmerkende verschillen. De kaliveldspaat is geelrood. De grondmassa is bruingrijs van toon en er zijn weinig chlorietvlekjes te bespeuren. Het gesteente is meestal platig en niet afgerond zoals dat bij de Bruine Oostzee- kwartsporfier het geval is. Kwartsporfier
van de Botnische Golf
Ook dit gesteente is bruin van kleur. De matrix is felsitisch en vertoont barsten. In de grondmassa liggen talloze lichtrode kaliveldspaten en een paar witte plagioklazen. Kwarts is klein en gecorrodeerd. Het typische lapjespatroon in de opbouw van de kaliveldspoten (lapjes lichtrood, afgewisseld door lapjes wit) is ook in dit gesteente aanwezig. Ignimbriet
van de Botnische Golf
Het belangrijkste kenmerk zijn de oranje veldspaatjes in combinatie met de groene plagioklaasjes en de xenolieten van porfiertjes. Rödö Rapakivi
Dit gesteente lijkt veel op de Rapakivi's van Åland en Zuidwest Finland. Er zijn Rödö- granieten, waar calciet in voorkomt. Dit is een uniek kenmerk. Is dit niet het geval, zoals bij deze exemplaren, dan moet er op de kleur worden afgegaan. Een Rödö graniet is altijd baksteenrood of verzadigd rood, nooit bruinrood zoals bij de Ålandgranieten en iets gelig rood bij de Finse exemplaren. Kwarts is melkachtig van kleur. Porfierachtige
Rödö Rapakivi
Kenmerkend zijn de brede witgele mantels om de hoekige kaliveldspaten en de afgeronde melkkleurige kwartsen (steen links op de foto). Rödö Granietporfier Deze steen, rechts op de foto, lijkt op het oog op een Bruine Oostzee Kwartsporfier. Bij nadere beschouwing blijkt de grondmassa totaal verschillend te zijn (geen ignimbritisch karakter). Rödöapliet Graniet
De kenmerken van deze apliet zijn in verhouding veel groenige plagioklazen en grafische vergroeiingen in de baksteenrode eerstelingen van kaliveldspaat en kwarts. De eerstelingen van kaliveldspaat zijn schaars. Rödö
Kwartsporfier
De verscheidenheid is enorm. Kijk verder op de betreffende bladzijde, waar nog een aantal types worden weergegeven. Let altijd op de kleur van de kaliveldspaten. Deze zijn nooit roodbruin. Een paar kenmerken zijn vrij algemeen. Meestal lichtgrijze kwartsen. Veldspaten vaak gegroepeerd. Ondergrond vaak fijnkorrelig. Ångermanland
Tweeglimmergraniet
Een paar voorname kenmerken van deze witgrijze of geelachtige verschijningsvorm. Er komen twee soorten glimmers voor in de vorm van veel biotiet en minder plaatjes muscoviet. De laatste soms in aggregaten. De blaadjes muscoviet zijn altijd groter dan de biotiet. Meestal drukverschijnselen in de vorm van enige suikerkorrelige kwarts en gebogen botietblaadjes. Ångermanland
Syeniet Gabbro (Nordingrå-monzoniet)
Dit zijn gesteenten, die er oppervlakkig uit zien als gabbro's. Hierin is zure magma binnengedrongen van een rode rapakivi. Hierdoor is een schakering van gesteenten ontstaan met meer of minder binnengedrongen graniet en ook nog eens van een variabele korrelgrootte. Rotsida
Diabaas uit Nordingrå
Dit gesteente ziet er aan de buitenkant uit als een vrij normale diabaas. Op het gepolijste vlak is goed te zien dat een oranjegele rapakivigraniet op een aantal plaatsen tussen de plagioklaaslijsten is binnengedrongen. Ångermanland-graniet
Het hoofdkenmerk is de sombere aanblik van de steen. De kleur is vaak baksteenrood met grijstinten, nooit roodbruin. De hoeveelheid donkere mineralen is veel groter in vergelijking met andere rapakivi-gesteenten. Op het verweringsvlak komt de somberheid van het gesteente het duidelijkst naar voren. Ragunda
Granietporfier
Kenmerkend zijn de ovale eerstelingen van kaliveldspaat met een zalmkleurige kern en soms een witte rand van plagioklaas in een gespikkelde roodgrijze grondmassa. Granietporfieren met een bruingrijze grondmassa komen ook voor. Soms komen (het kenmerk) basische xenolieten voor. Er zijn overigens veel meer typen. Zie de desbetreffende pagina. Ragundagraniet
De kleur is zalmrood. De kaliveldspaten zijn bijna vierkant, soms met een smalle mantel van lichtere plagioklaas. De grensvlakken zijn onregelmatig. De kwartsen zijn grijs en sterk gecorrodeerd. Grafische complexen ontbreken, ondanks dat het gesteente een duidelijk lid van de rapakivifamilie is. Sferolietporfier
van Ragunda
Dit gesteente kenmerkt zich door de vele sferolieten, die vrij willekeurig verdeeld zijn. Ook de kleur is opvallend beigebruin. Dit is slechts een van de vele varianten die voorkomen. Grijze
Revsund
Kenmerkend voor deze zwartwit graniet is de omvang van de eerstelingen van kaliveldspaat in combinatie met de middelkorrelige grondmassa. Een aantal voorbeelden van dit brokkelige gesteente is opgenomen. Rätangraniet
Kenmerkend is de grofkorreligheid en de roze tot rode in aanleg vierkante kaliveldspaten. De vele plagioklaas is groenig of wit. Titaniet (geel of bruin) is een essentieel bestanddeel, evenals de donkere mineralen. Feitelijk is dit gesteente door zijn grote hoeveelheid plagioklaas een granodioriet. De hoeveelheid donkere mineralen kan behoorlijk oplopen door toenemende deformatie. De steen rechts op de foto is iets minder grofkorrelig. Gedeformeerde
Rätangraniet
Knalrode idiomorfe kaliveldspaten in combinatie met groene plagioklaas is kenmerkend voor de steen links op de foto. Titaniet vormt een belangrijk herkenningsmineraal. Er worden twee exemplaren voorgesteld. Zie de betreffende bladzijde. Nordingrå Diabaas De oranje plagioklaaslijstjes vormen het kenmerk van deze diabaas (rechts op de foto). Sorsele
graniet (Porfierisch type)
Dit type is voor het eerst herkend buiten Scandinavië. Het gesteente is gevonden op het Duitse eiland Fehmarn. De lila grondmassa heeft dit type gemeen met het standaardtype Sorsele graniet. Afwijkend zijn de grote aantallen eerstelingen van lichtroze kaliveldspaat en witte en groene plagioklaas. Kwarts is soms zweemblauw en komt in grotere aantallen voor in vergelijking met het standaardtype. Rode Oostzee
Kwartsporfier
De rode kleur en de bruine scherfvormige kwarts zijn de voornaamste kenmerken. Het exemplaar op de foto vertoont enige fluïdaliteit. De rode kleur blijft zelfs intact op de verweerde kant van de steen, in tegenstelling tot de Bredvadporfier uit Dalarna, waar dit gesteente veel op lijkt. Het tweede exemplaar op de pagina heeft een volledig fluïdale structuur en is daarmee een ignimbriet. Fluïdale
Rode Oostzee Kwartsporfier
Kenmerkend is opnieuw de fluïdale structuur. Deze heeft daarnaast ook brokstukken (xenolieten) van andere gesteenten opgenomen, zoals een donkere diabaas en een vorige generatie Oostbaltische Kwartsporfieren. Bruine
Oostbaltische Kwartsporfier
Terug naar homepageDit gesteente lijkt veel op de Bruine Oostzee Kwartsporfier. Hij onderscheidt zich echter door veel grote, veelal ovale kwartsen, geen of vrijwel geen chloriet en de vorm en omvang van de veldspaten. Bovendien geeft verwering (rechts op de foto) een beige effect met opvallende bruine kwartsen. Terug naar boven |