HOOFDSTUK 3 MIDDEN ZWEDEN

Klik hieronder op de regio die u wilt bezoeken.

Oostzeegebied voor kust Stockholm    Uppland en omgeving    Stockholm en omgeving

Dalarna   Overige gesteenten van Dalarna

Hieronder treft u een kleine foto aan met een summiere beschrijving van de stenen.
Voor meer informatie over de stenen en voor een grotere afbeelding,
klikt u op de naam van de betreffende steen.





























Oostzeegebied voor de kust van Stockholm

Dit is het domein van de Bruine Oostzeekwartsporfieren en Oostzee Syeniet
porfieren.
Bruine Oostzee Kwartsporfier
Kenmerkend naast de bruine kleur zijn de vele eerstelingen van kaliveldspaat,
waarvan een aantal lijstvormig zijn. Het kenmerk zijn evenwel de spaarzame
eerstelingen van grote ovale kwartsen, die driehoeken vormen.
De steen rechts op de foto voldoet het best aan de standaard kleur.
Melafier Amandelsteen
Ten noorden van Gotland onder de Oostzeeporfieren komen verweerde bazalten voor
volgens Van der Lijn. Dit zijn melafieren met kleine holtes, die zijn opgevuld met
het donkergroene mineraal delessiet en/of soms met kwarts.  Melafier Conglomeraten
komen hier ook voor. Het gesteente is donkergrijs tot zwart en oogt totaal niet.
Het gesteente is hard en tegelijkertijd bros.
Uppsala Graniet
Dit is een typische zwartwitte oergraniet. De zwarte mineralen bestaan uit hoornblende en
biotiet, waarbij de hoornblende in de meerderheid is. Dit is het kenmerk, maar moeilijk uit
te maken en op deze foto dan ook niet te zien. Een tweede kenmerk is het voorkomen van
lichtblauwe tot blauwe kwarts en een derde zeer belangrijke is de aanwezigheid van brede
'visjes ' van prehniet in de biotiet. Dit laatste gegeven is het kenmerk voor determinatie
van Upplandgranieten. De steen rechts op de foto toont de verweerde buitenkant.
Rode Uppsala graniet
Dit gesteente is identiek aan de bovenstaande, met dit verschil, dat de kaliveldspaat
lichtrood is.
Hedesunda Graniet
Kenmerkend is onder meer de grofkorreligheid en de netvormige rangschikking van donkere
mineralen om de lichtrode kaliveldspaten. Titaniet moet rijkelijk in de tussenmassa
voorkomen.
Vänge Graniet
Dit gesteente valt op door zijn fraaie kleurstelling. De groenige kwarts en de lichtrode
kaliveldspaat met de zwarte biotiet resulteert in een mooi plaatje.
Naast de kleur zijn de brede visjes van prehniet in de biotiet kenmerkend voor alle
Upplandgranieten.
Stockholmgraniet
Een grijs, richtingloos, gelijkkorrelig gesteente met grijze kwartsen, links op de foto.
Stockholm Vlekkenkwartsiet
Een bruinige kwartsiet voorzien van ronde kogeltjes sillimaniet, rechts op de foto.
Zie ook de foto hieronder.
Stockholm Vlekkengraniet
Rode vlekken met een zwart kerntje, meestal van ijzererts, maar ook wel van
hoornblende, vormen het kenmerk van het gesteente, links op de foto.
Stockholm Vlekkenkwartsiet
Een kwartsiet, soms gelaagd, met ovale of ronde kogeltjes van witte of meer rode kleur
is kenmerkend  voor de steen, rechts op de foto. De kogeltjes verweren minder snel,
dan de rest en verleent het gesteente een bobbelig uiterlijk op het verweringsvlak.
Sörmland Gneis
Dit is een metamorf. Links op de foto is het gepolijste vlak weergegeven, rechts de
verweerde buitenkant. De laatste is vuilwit met donkere lenzen. Kenmerkend zijn de
paarsrode granaten in combinatie met de mineralen cordieriet en sillimaniet. De laatste
twee komen pas aan het licht bij nader onderzoek. Cordieriet verweert via lichtgeel of grijsgroen weg uit het gesteente en laat putten achter.
Ornöiet
Dit is een unieke dioriet, bestaand uit witte, grijze of lichtrode plagioklaas met een
uiterlijk van marsepein en groenzwarte hoornblende. Dit mineraal komt in meer of mindere
mate voor en heeft een buitengewoon variabele kristalgrootte. Vaak wisselen banden met
veel hoornblende en weinig hoornblende elkaar af.
Järna Graniet
Volkristallijne, enigszins sombere graniet met bleekrode kaliveldspaten. Donkere mineralen
zijn altijd aanwezig in de vorm van ongeveer evenveel biotiet als hoornblende. Er zijn vele
overgangstypen naar Siljan Graniet. De kwarts vertoont soms een blauwzweem. Er komen
veel meer typen van dit gesteente voor. Links toont een gepolijst vlak van de steen rechts
op de foto, die het splijtvlak toont.
Witte Järna Graniet
Een witte variant met een heel eigen karakter. Plagioklaas voert de boventoon.
Kaliveldspaat is lichtroze. Hoornblende en biotiet zijn goed vertegenwoordigd.
Lichtgrijze en grijze kwarts daarentegen spaarzaam.
Siljan Graniet
Een vol kristallijne graniet met frisse rode kaliveldspaten met weinig donkere mineralen
in de vorm van biotiet. De frisse rode kleur is het kenmerk. De steen, rechts op de foto,
toont het verweringsvlak.
Siljan Graniet met xenoliet van Siljan Apliet
Iets grover van korrel dan bovendstaande Siljan Graniet. Deze heeft een paar lichtgroene
plagioklazen. Dit is het kenmerk van Dalarna gesteenten. Siljan Apliet heeft de bruinrode
kleur als kenmerk met in dit geval een aantal eerstelingen van plagioklaas. Eigenlijk is het
met dit laatste kenmerk een porfierische apliet.
Garberg Graniet
Het kenmerk is de van een smalle mantel voorziene rechthoekige veldspaten. Voorts
is de steenrode kleur een goede aanwijzing. Dit is het gesteente van Dalarna die het
dichtst bij een Rapakivisignatuur komt. Grafisch met kwarts vergroeide veldspaat
ontbreekt in dit type. Er zijn evenwel typen die dit wel hebben, zeker de aplitische
variant. Afwijkende typen zijn er ook, zie het tweede exmplaar.
Veldspaatporfieren van Dalarna
De rode veldspaatporfier, links op de foto, wordt gekenmerkt door zijn kleur en doordat
er voor een Dalarnaporfier vrij weinig eerstelingen voorkomen. De twee midden en rechts
op de foto zijn wel de meest algemeen voorkomende Dalarnaporfieren. De middelste is
fijner in vergelijking met de rechter. Kenmerkend voor alle drie zijn de groenige vlekken
in combinatie met lichtgroene plagioklazen. De steen helemaal rechts heeft nog een determinatiekenmerk: de kern van een paar veldspaten is zwart of lichtgroen.
Oxåsen Porfier
Deze porfier, links op de foto,  heeft veel weg van een Bredvad Porfier met veel grote
eerstelingen.
Bredvad Porfier
Grondkleur is rood op het gepolijste vlak en bleekrood op de verweerde buitenkant.
Een kleine hoeveelheid nietige kaliveldspaten in de kleur van de grondmassa en een paar
gele of lichtgroene plagioklaasjes completeert het beeld. (steen rechts op de foto)
Kåtilla Porfier
De grondkleur is bruinrood. Lijkt wel wat op de Oxåsen Porfier. Kenmerkend zijn de
rechthoekige kaliveldspaten met barsten, die dwars op de lengterichting verlopen en
gevuld zijn met rode hematiet.
Ignimbrieten van Dalarna
Dit zijn de mooiste van de variatierijke ignimbrieten van Dalarna. Ze varieren van bruin
naar een vrijwel zwarte grondmassa, met of zonder slieren en met veel of minder eerstelingen
van veldspaat. De kleine veldspaatjes bestaan meestal uit plagioklaas. De oude benaming
is Älvdalenporfier.
Rode Särna Kwartsporfier
Kenmerkend zijn de enkele lichtgroene plagioklazen. De grondmassa met
zijn vele eerstelingen van kaliveldspaat is tevens karakteristiek.
Bruine Särna Kwartsporfier
Deze wijkt af van de vorige. De grondmassa is bruinpaars. De slieren zijn wat lichter
van kleur. De eerstelingen van veldspaat zijn voornamelijk geelwit, klein en
scherfachtig en hoekig. De kwarts is klein, gecorrodeerd en waterhelder.
Het mineraal komt ook voor als opvulling van de barsten. Een echte ignimbriet.
Dit is evenwel op de verweerde buitenkant vrijwel niet te zien.
Kallbergetporfier
Met de Bredvad Porfier is dit wel de meest bekende en gemakkelijk te determineren gesteente.
De mooie kleine rechthoekige donkerlila kaliveldspaatjes zijn kenmerkend.
De steen op de rechterkant van de foto laat dit beter zien dan het gepolijste exemplaar
links op de foto. Deze porfier is niet algemeen.
Grönklitt Porfiriet
In een dichte grondmassa liggen talloze lijstvormige en rechthoekig groene exemplaren
van het mineraal plagioklaas. Dit laatste gegeven is het kenmerk voor dit gesteente.
De steen links heeft een lila grondmassa en de rechter een rode. Kwarts ontbreekt.
Dalarna Kwartsporfier
De zwarte grondmassa van deze porfier, links op de foto, herbergt veel kleine hoekige
eerstelingen van roze, witte en groene plagioklaas met kwartseerstelingen.
Blyberg Ignimbriet
In een bruine grondmassa liggen heel veel kleine eerstelingen van witte en groene
plagioklaas. Het kenmerk zijn de lengteslieren van lichtbruin materiaal (steen rechts
op de foto).
Idre kwartsporfier De combinatie bruine splinterige grondmassa, rode idiomorfe
kaliveldspaat met grijsgroene plagioklaas is kenmerkend voor deze porfier, links.
Dit type is overigens moeilijk te onderscheiden van andere kwartsporfieren van Dalarna.
Venjan Porfiriet, type Gruvåsen/Ärten. Kenmerkend voor deze porfier is de grote
hoeveelheid witte en lichtgroene plagioklaas in een grijsroze grondmassa, in combinatie
met donkere mineraalagregaten. Er bestaat ook een variant met een grijsroze grondmassa
en heel veel kleine eerstelingen, te weten het Kättbotype.
Digerberg Tuffiet
Altijd donkerrood van kleur, fijnkorrelig, met daarin één herkenbare, zij het kleine,
Dalaporfier, opgebouwd uit gesteentebrokjes en/of losse mineralen met kwarts als 
kitmiddel (links op de foto).
Digerberg Conglomeraat
pakking van afgeronde verkitte gesteentefragmenten en afgeronde Dalaporfieren
(rechts op de foto).
Basisconglomeraat
Deze steen bestaat uit verkitte afgeronde porfieren, kwartsieten, jaspis en
andere steentjes.
De kit bestaat deels uit dicht rood felsitisch materiaal en deels uit kwarts.
Öjediabaas Porfiriet
Grote eerstelingen van plagioklaas zowel rechthoekig als afgerond zijn kenmerkend.
Een tweede kenmerk is de groenige kleur van de glanzende plagioklaas.
Een derde kenmerk tenslotte is dat er soms holteopvullingen voorkomen.
Terug naar Homepage
Terug naar boven